De eisen aan een ruimte met een blusgassysteem

Een eigenaar/gebruiker van een gebouw kan worden geconfronteerd met de keuze voor of eis van een blusgassysteem in het gebouw of in een specifieke ruimte van het gebouw. Het goed kunnen functioneren van een dergelijk systeem heeft gevolgen voor de bouwkundige constructie van de desbetreffende ruimte. Maar wat zijn deze consequenties dan, waar moet op gelet worden, hoe wordt bepaald dat het voldoet?

Blusgassysteem toepassen

Een blusgassysteem wordt in veel gevallen aangebracht omdat in de betreffende ruimte een eventuele brand niet met water kan of mag worden geblust. Dat kan bijvoorbeeld zijn wanneer er kostbare of moeilijk vervangbare apparatuur is opgesteld. De schade als gevolg van bluswater is dan dusdanig dat het de bedrijfscontinuïteit in gevaar zou brengen. Een andere reden kan bijvoorbeeld zijn dat er brandbare (vloeistoffen) in de ruimte worden opgeslagen die niet met water kunnen worden geblust.

Dit omdat bij een eventuele bluspoging met water de brand alleen maar wordt verspreid of toeneemt. Afhankelijk van het te beveiligen risico, is in normen en voorschriften vastgelegd welk type blusgas en blusconcentratie toegepast moet worden. Blusgassen zijn naar blusprincipe in twee hoofdgroepen in te delen, te weten inerte blusgassen en chemische blusgassen.

De brandwerendheid van de ruimte

De minimale eis voor de WBDBO waarde (Weerstand tegen Brand Doorslag en Brand Overslag), als bedoeld in de NEN 6068, bedraagt 60 minuten van binnen naar buiten en van buiten naar binnen. Indien het blusgassysteem en een in de naastgelegen ruimte aanwezig blussysteem beiden van een inspectiecertificaat zijn voorzien, kan op basis hiervan een reductie gegeven worden in de WBDBO waarde van 30 minuten. Deze reductie is beschreven in Technisch Bulletin 65, Classificatie van certificaten naar brandcompartimentering, die van kracht is gesteld vanuit de inspectieregeling.

De technische bulletins worden opgesteld door het deskundigenpanel VBB-systemen, onder verantwoordelijkheid van de Commissie van Belanghebbenden Brandbeveiliging. Een inspectiecertificaat is een certificaat dat wordt geëist vanuit het Bouwbesluit 2012 en kan alleen worden afgegeven na goedkeuring van het blusgas- en sprinklersysteem door een type A geaccrediteerde inspectie-instelling, die voldoet aan de NEN-EN ISO/IEC 17020.

De luchtdichtheid van de ruimte

Als aan de hierboven vermelde WBDBO waarde wordt voldaan, wil dat nog niet zeggen dat de ruimte voldoende luchtdicht is. Bij inwerkingtreding van een blusinstallatie moet het verlies van blusstof naar aangrenzende ruimten worden voorkomen. De luchtdichtheid c.q. luchtdoorlatendheid van de ruimte is van belang om er voor te zorgen dat het blusgas voldoende lang tot een bepaalde minimale hoogte in de ruimte blijft ‘staan’. Deze hoogte wordt de beschermde hoogte genoemd en kan bijvoorbeeld de bovenzijde van de computer/server zijn.

Een blusgas, met uitzondering van stikstof, is zwaarder dan lucht en zal na een blussing door aanwezige openingen in de omhulling van de ruimte naar buiten stromen. De tijd die verstrijkt vanaf het moment dat de blussing is uitgevoerd totdat de vereiste blusconcentratie op het niveau van de beschermde hoogte onder de ondergrens komt, wordt de ‘standtijd’ van het blusgas genoemd. Deze standtijd is doorgaans 10 minuten. Een eventuele herontsteking wordt dan voorkomen. De standtijd is een belangrijk inspectiepunt tijdens de inspecties. Immers het niet behalen van de vereiste standtijd heeft grote gevolgen.

Standtijd bepalen

De standtijd kan op twee manieren worden bepaald:

  1. door middel van het uitvoeren van een proefblussing (lifetest) waarbij de blusconcentratie in de ruimte op diverse hoogten wordt gemeten;
  2. door middel van het uitvoeren van een doorfantest.
inspectie

De constructieve sterkte van de ruimte

De omhulling van de ruimte dient tevens te beschikken over een zodanig structurele/constructieve sterkte en integriteit, om de thermische drukopbouw door een eventuele brand of de ingebrachte hoeveelheid van het blusgas te kunnen weerstaan. Bij een blussing kan afhankelijk van het type blusgas een over- en of onderdruk optreden. Deze drukken mogen uiteraard niet groter zijn dan de constructie van de ruimte kan weerstaan.

Een constructeur bepaalt welke drukken toelaatbaar zijn, waarna de blusgasinstallateur een berekening kan maken om de afmeting van een drukontlastvoorziening te bepalen. De drukontlastvoorziening bestaat uit een rooster of klep die meestal op een zo hoog mogelijke plaats in een wand wordt aangebracht. De drukontlastvoorzieningen mogen geen afbreuk doen aan de WBDBO eisen, en moeten bij voorkeur naar de buitenlucht uitmonden.

Een goed werkend blusgassysteem

Blusgassystemen zijn efficiënt in het bestrijden van een brand. Belangrijk hierbij is dat de installatie goed wordt afgestemd op het te beveiligen risico. Naast het blusgassysteem zelf is het van belang dat de bouwkundige constructie aan de noodzakelijke eisen voldoet, om de werking van het blusgassysteem niet nadelig te beïnvloeden of zelfs teniet te doen. Normec FSS is geaccrediteerd om dergelijke blussystemen te beoordelen, zodat de gebruiker een goed beeld heeft van de status van de installatie. Dat geeft een wel zo veilig gevoel.

Normec Fire Safety & Security Normec FSS logo Balkweg 3 5232 BT 's-Hertogenbosch +31 (0) 73 303 9050
man zit aan de tafel met mobiele telefoon

Benieuwd wat wij voor u kunnen betekenen?

Nieuwsbrief

Weten wat er speelt in de branche? Schrijf u in voor onze periodieke nieuwsbrief en blijf op de hoogte

Blijf op de hoogte

Menu